maandag 12 september 2011auteur: Sieta van Keimpema

Week 37 - Blik verruimen

Week 37 - Blik verruimen

Het is inmiddels september, de zomer is voorbij. Een koude, natte zomer. Een weekje vakantie in Zuid-Frankrijk was dan ook een welkome afwisseling.

Vakantie in het buitenland verruimt de blik. Er vallen je zaken op en je trekt vergelijkingen met eigen land. Ook ten aanzien van de landbouw. Zo viel op de lange rit naar het zuiden en terug (heen over Millau, terug over Lyon) op dat er bijna geen koeien in de wei lopen. De Fransman vindt dat blijkbaar geen issue. Wel ligt er in de Franse supermarkten een keur aan locale kazen en vleeswaren. Op de kassabonnen van de grote supermarktketens overigens geen spoor van de grootte van onze ‘voetafdruk’ naar aanleiding van onze aankopen, zoals hier in de pers werd beweerd. De prijzen die in de tankstations worden gevraagd voor een flesje melk, een pakje kaas of een pakje ham, verbijsteren ons. Over toegevoegde waarde gesproken: voor de kiloprijs van het pakje ham, 43 euro, heb je in Nederland zowat een compleet varken! De koelschappen zijn goed gevuld en de houdbaarheidsdatum is nog aardig ver vooruit: het wordt blijkbaar dus toch goed verkocht.
Maar ook de politieke keuzes van de verschillende EU-lidstaten en hun focus in het beleid wordt ons weer pijnlijk duidelijk: Zowel in Frankrijk als even over de grens met Spanje (dagtrip, want dichtbij) komen de giertanks ons tegemoet. Met ketsplaat. En er ligt daar een wereld aan prachtig land waar je veel meer mest (bovengronds) op uit kunt rijden dan er tot nu toe in Frankrijk wordt geproduceerd.
Volgens een fastfoodketen verbruikt een gemiddeld Frans gezin, jaarlijks minstens 150.000 liter water aan douchen en toilet, terwijl een Nederlands tijdschrift weet dat de productie van één T-shirt al 2700 liter water kost. Tja, doen die koeien van ons het toch zo gek nog niet én ze produceren er ook nog heerlijke melk van. Het is maar waar je als politicus de meeste toekomst (voor jezelf) in ziet om tegen te keer te gaan, nietwaar?
Weer thuisgekomen volgen direct deze week, twee vergaderdagen in Brussel. Onder andere met mevrouw Hanna Jahns, Directoraat-Generaal Regionaal beleid (DG REGIO) van de Europese Commissie. De EMB richt zich voor de lobbygesprekken niet alleen op vertegenwoordigers van de Europese Landbouwcommissie, maar ook op de andere Commissariaten die invloed uitoefenen op het plattelandsbeleid. We hebben een goed gesprek en zeggen alvast een tweede gesprek toe.

Op de EMB bestuursvergadering vertellen bestuurders van onze ledenorganisaties in Zwitserland en Zweden over de situatie in hun land en de problemen die ze hebben. En die zijn jammer genoeg legio en divers. De Zweden hebben geen beperkingen door melkquotum of hoge grondprijzen, door de ontkoppelde EU premies stopten daar al legio melkveehouders en daalt de melkproductie per jaar verder onder het landenquotum. De gestopte melkveehouders raken hun bedrijf niet kwijt, blijven vervolgens op hun bedrijf zitten, verpachten hun land en leven van de EU premies. Jonge boeren raken daardoor in de knel. Zij krijgen de toeslagen niet, terwijl ze die door de slechte opbrengstprijs van de melk wel nodig hebben.
In Zwitserland betalen melkveehouders nu één cent per liter heffing om de boterberg op de wereldmarkt af te zetten. Exportsubsidies door de boeren zelf betaald. Wat een vondst van inter-brancheorganisatie BOM (overkoepelende brancheorganisatie voor melk waarin de gehele koepel vertegenwoordigd is)! De onoverzichtelijke en niet te doorgronden A, B en C-melkprijzen kosten de melkveehouders daarnaast ook al iedere maand geld terwijl de zuivelverwerkers zeer tevreden zijn met de afspraken, want zij lopen geen enkel financieel risico meer bij de afzet.
Voor de dromers die denken dat A en B-melkprijzen bij ‘onze’ fabrieken straks niet aan de orde zullen zijn: ook onze melkprijs is een mengsel van de opbrengstprijzen van producten met toegevoegde waarde en de zuivelproducten die op de wereldmarkt worden afgezet. Een resultaat wat tot stand komt door de verhouding tussen vraag en aanbod. Aanbod dat in Zwitserland na twee jaar zonder quotum al is gegroeid van plus 7% vorig jaar, naar plus 10% voor dit jaar.
In Frankrijk staan de contracten nog steeds ter discussie. En beginnen melkveehouders te bouwen aan grotere stallen met meer boxen. Net als in Duitsland. Ook op naar dezelfde plus als in Zwitserland?

En zo is in de eerste week van september de zomerpauze echt voorbij en het vergaderseizoen weer volop geopend.

Sieta van Keimpema, voorzitter