zaterdag 15 oktober 2011auteur: Sieta van Keimpema

Week 41 - Yes, we CAP

Week 41 - Yes, we CAP

Ze vallen niet mee, de hervormingsvoorstellen voor het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (CAP in het Engels) van de EU Commissie Landbouw. Maar de hevig geschokte reacties van Tweede Kamerleden en een aantal landbouwvertegenwoordigers kwamen op mij een beetje huichelachtig over. Want natuurlijk was te voorzien dat Nederland fors in zou moeten leveren op het aanwezige landbouwbudget. Was het niet voormalig minister-president Balkenende (CDA) die een paar jaar geleden zo trots als een pauw uit Brussel kwam omdat hij er persoonlijk voor had gezorgd dat was besloten om het landbouwbudget te begrenzen?
En als er dan meer landen gebruik van gaan maken – een logisch gevolg als je de EU uitbreidt – is het niet verbazingwekkend dat we er allemaal op achteruit gaan, want eerlijk zullen we alles delen.

En hebben vele Nederlandse landbouwvertegenwoordigers (en boeren) niet luid en duidelijk verkondigd dat ze willen liberaliseren? Dat ze ‘de markt’ aankunnen? Werd er niet gesuggereerd dat quota of volumeregulering voor mietjes zijn? Dat echte kerels met haar op de tanden de markt verslinden en de concurrentie lachend aan de kant vegen?
Tja, hoe verrassend is het dan dat Brussel vindt dat de liberaal georiënteerde landen het nu ook voornamelijk voor die markt mogen gaan doen. Beetje dom gelobbyd misschien?

Gelukkig zien steeds meer landbouwvertegenwoordigers in dat we een systeem hebben waar binnen de producenten het onderspit delven en niet in staat zijn om een goed inkomen of rendement uit de markt te genereren. Vijf jaar geleden werd daarom de DDB opgericht samen met de EMB. En dit jaar was het eerst de NVV die vermeldde dat ze, ondanks liberalisatie, kostenreductie en sterk uitgebreide bedrijven, hun kostprijs of een fatsoenlijk inkomen niet uit de markt konden halen. Op de Agrarische Schouw in Joure (21 september jl.) was het de voorzitter van de NAJK die stelde dat boeren te bescheiden waren als het op inkomen aankwam. En nu heeft ook Albert Jan Maat van LTO Nederland zich in gelijke bewoordingen uitgelaten.

Het rapport van de Rabobank sprak al voor de tweede keer boekdelen. De marges en rendementen in de voedselketens wijzen uit dat er voldoende wordt verdiend aan voedsel. Je moet het alleen niet produceren.
Tot nu toe kreeg de DDB bij politici in Nederland bijna geen poot aan de grond met het verhaal over de slechte positie van voedselproducenten, omdat hen door andere landbouwbelangenbehartigers steeds werd voorgespiegeld dat Nederlandse boeren die concurrentie op de markt prima aankonden. En dat de markt helder was, goede ondernemers beloonde en slechte uitschakelde.
De realiteit is anders. De markt wordt beheerd en beheerst door monopolisten waardoor alle old-school-marktwerking (vraag en aanbod bepalen) is uitgeschakeld. Net als de markttoegang. En marges beperkt blijven tot de bovenste schakels in de keten.

Hoewel het redelijk laat is, zouden we als landbouwbelangenbehartigers onze krachten richting de politiek kunnen bundelen om er voor te zorgen dat er voor producenten een systeem in de EU wordt geïmplementeerd om de onderhandelingspositie van de producenten te versterken. Voor we het onderspit delven en veel familiebedrijven uit het landschap verdwijnen. En gelukkig heeft de DDB daar samen met de EMB al veel tijd in gestoken en een prachtig plan voor ontwikkeld dat goed is voor alle schakels in de keten, transparantie biedt en een evenwichtige markt. De lobby blijven concentreren op extra toeslagrechten terwijl de EU financieel op de rug ligt en het landbouwbudget door Nederlandse inzet al jaren geleden is bevroren, kan wel eens verspilde tijd blijken.

Het wordt nu tijd voor daadkracht van al diegenen die ook inzien dat producenten zo niet verder kunnen. Er liggen plenty rapporten die de slechte positie van voedselproducenten aantonen. Er ligt ook meer dan genoeg praktijkmateriaal van marktmethoden die niet werken – met de Zwitserse zuivelsector als meest recente voorbeeld: goede vooruitzichten voor handel en industrie, een maandelijks teruglopende melkprijs voor melkveehouders.

Met onze prachtige structuren hebben we multinationals gecreëerd die jammer genoeg de positie van hun oprichters niet meer centraal hebben staan. Zij groeien en bloeien dat het een lieve lust is. Dat moet ook vooral doorgaan. Maar binnen die prachtige structuren moeten we onze positie weer opeisen. Dat kunnen we alleen als de politiek daarvoor de voorwaarden schept. De mededingingswet wordt in Nederland vaak als excuus gebruikt om niets te wijzigen. Laat u niets wijsmaken: dat heeft niets met de wet en alles met politieke wil te maken. Politiek beweegt pas als de massa beweegt. Zorg er voor dat uw massa beweegt. Laat u horen bij uw belangenbehartiger zodat we een landbouwbeleid krijgen dat ook recht doet aan de positie van boeren.

Yes, we CAP!

Sieta van Keimpema, voorzitter