maandag 31 oktober 2011auteur: Sieta van Keimpema

Week 43 - Een goede belegde boterham

Week 43 - Een goede belegde boterham

Staatssecretaris Bleker stelt dat de melkprijs na 2015 zakt naar het niveau van 30 eurocent en dat daar volgens zijn adviseurs bij de banken, nog een beste boterham mee is te verdienen. Aldus zijn woordvoerder Kees Lever in Marum afgelopen vrijdag.

Opmerkelijk dat Bleker juist de banken advies vraagt over opbrengstprijzen. Want als de banken de laatste jaren één ding hebben bewezen is het wel dat ze niet kunnen rekenen. Daarom wordt de maatschappij nu door de banken opgezadeld met enorme schulden die zij hebben veroorzaakt door ongeoorloofde risico’s te nemen. Risico’s die vervolgens met abominabele bonussen zijn beloond.

Ieder weldenkend mens weet ook, dat de banken belanghebbende zijn. Belanghebbende bij een lage opbrengstprijs voor de producenten omdat:

 

a. De boeren zo niet aan aflossen toekomen en/of moeten bijfinancieren. Dat levert de banken klinkende munt op aan rente.
b. Een lage voedselprijs de burger meer financieringsruimte oplevert voor leningen bij de banken. Dat levert de banken klinkende munt op aan rente.

Banken verkopen geld. Banken zijn belanghebbenden. Banken zijn geen onafhankelijke instituten aangaande kostprijsberekeningen.
Het is jammer dat we in de politiek zo vaak een zeer innige relatie zien tussen beleidsmakers en de banken want het komt de maatschappij niet ten goede.

Voor het berekenen van de kostprijs en de kritische opbrengstprijs financiert de overheid al sinds jaar en dag het LEI. Opgericht na de Tweede Wereldoorlog door boerenorganisaties omdat men wilde weten wat de gemiddelde kostprijs voor o.a. de melkproductie was en omdat men vond dat de politici dat ook moesten weten. Zo ontstond de richtprijs waar eind jaren zeventig vanaf is gestapt omdat het toen inmiddels aan politieke wil ontbrak om melkprijs en kostprijs op elkaar af te stemmen. De juistheid van de kostprijsberekening zelf is echter nooit in twijfel getrokken. Daarom verzamelt het LEI in opdracht van de Europese Landbouw Commissie en de Nederlandse overheid, de kostprijsgegevens van 70.000 bedrijven in de EU.

Maar ja, in 2009 was de gemiddelde kostprijs voor de productie van een liter melk al 47 cent (gemiddelde opbrengstprijs in dat jaar 27 eurocent). En dat past natuurlijk niet in het liberale geneuzel over goede boterhammen met 30 cent. Dus stap je als beleidsmaker over op adviseurs die voor jou een willekeurige kostprijs uit de lucht plukken (want niet bedrijfseconomisch onderbouwd) die je wel past. Bingo. Zo maak je beleid anno 2011.

De wereldmarkt waar we hoogstwaarschijnlijk met steeds meer zuivelproducten naar moeten uitwijken nu ook de productie in Frankrijk, Duitsland, Ierland, België en Polen toeneemt. Vooral naar Duitsland exporteren wij veel zuivel. Zuivel die ze zelf ook wel willen leveren na 2015. Dus minder ruimte voor onze export. Want de zuivelconsumptie in de EU wil maar niet groeien.
En hoe meer wij af moet zetten op de wereldmarkt voor boter en poeder, hoe lager de opbrengstprijs. Immers, ondanks korte uitschieters op de wereldmarkt, komt de gemiddelde wereldmarktprijs over meerdere jaren niet ver boven de 20 cent uit. Dus kan de melkprijs ná 2015 ook wel eens lager dan 30 cent uitvallen.
Daarbij, als men in de Trioloog (Europese Commissie, Europese Landbouwministers en Landbouwraad van het Europees Parlement) de ingeslagen weg naar wat men liberalisatie noemt, blijft volgen, wordt de markt door niemand meer gereguleerd.

Net als bij onze Zwitserse collega’s want het Zwitserse zuivelmodel wordt, zo lijkt het, één op één door de EU gekopieerd: met (niet bindende) contracten, een branche organisatie zonder zeggenschap, geen regulerende overheid maar een overheid die wel een vangnet heeft ingesteld (op een erg laag niveau). Het is zuivelbeleid dat goed is voor de handel, retail en de zuivelindustrie, die geen enkel financieel risico lopen doordat er geen bindende prijsafspraken hoeven te worden gemaakt. Het heeft funest uitgepakt voor de producenten die bijna iedere maand met een lagere melkprijs worden geconfronteerd.

En die kansen op de zuivelmarkt voor producten met toegevoegde waarde die ook de Zwitserse overheid zag? Die kansen zijn er niet geweest, er is geen toename van de consumptie van Zwitserse kaas in de EU of daarbuiten. Wel importeert Zwitserland voor het eerst in zijn geschiedenis meer kaas dan dat het exporteert. Goedkope blokkaas uit Oost Europese landen. En hebben ze een ongekend groot overschot aan boter. Dat kost de melkveehouders nu één cent per aangeleverde liter: om de exportsubsidies te betalen. Omdat de overheid en de zuivelindustrie dat zelf niet willen betalen.

Het zuivelbeleid voor de komende vijftien jaar, wordt momenteel vastgelegd. Dus moeten beleidsmakers zich laten informeren en adviseren door instituten die daarvoor zijn opgericht en niet door belanghebbenden zoals financiële instellingen. Jammer dat staatssecretaris Bleker er niet was, vrijdag in Marum. Ik had het hem graag persoonlijk uitgelegd.

Sieta van Keimpema, voorzitter