maandag 21 november 2011auteur: Sieta van Keimpema

Week 46 - Landbouwpolitici

Week 46 - Landbouwpolitici

De rit naar Luxemburg is toch langer dan verwacht: ruim 6 uren ben ik onderweg. Daarom slaap ik voorafgaand aan de ontmoeting met de Luxemburgse landbouwminister Romain Schneider, in een hotel. Ik blijk, van de tientallen hotels op internet, precies hetzelfde hotel te hebben geboekt als twee jaar geleden.
De ontvangst in het landbouwministerie in Luxemburg, waar Romuald Schaber, onze Luxemburgse collega’s Fredy de Martinez (Nederlander van oorsprong), Guy Diederich en ondergetekende zich melden, is heel gemoedelijk. We mogen zo doorlopen naar boven, eerste deur links. Dat is toch wel even anders dan in bijvoorbeeld Nederland of Brussel, waar je pas na controle van je paspoort en voorzien van een bezoekerspas, door mag lopen of wordt opgehaald bij de balie.

Het gesprek dat we vervolgens hebben is met het totale kabinet van minister Schneider. We discussiëren over de voortgang in het Melkpakket en de tekortkomingen die wij zien. Het Luxemburgse landbouwministerie breekt zichzelf ook het hoofd over de mogelijkheden om melkproducenten een betere positie in de keten te garanderen en een betere melkprijs. We bespreken tot in detail de mogelijkheden die de monitoringscommissie die de EMB voorstelt, biedt en men is zeer geïnteresseerd.
Ook nu blijkt weer dat we zelf onze voorstellen moeten toelichten om meer interesse en inzicht te bewerkstellingen voor onze voorstellen. Vooral de mogelijkheden van de EMB om het volume te sturen zonder daarbij meteen het Luxemburgse melkquotum te verkleinen (via voorraadbeheer, flexibel reservequotum en het vrijwillig minder melken voor een vergoeding), wekt interesse. Het is één van de sterke punten van de volumeregulering van de EMB die door onze tegenstanders vaak opzettelijk verkeerd naar voren wordt gebracht om deze mogelijkheid af te kappen.

Wat tevens opvalt in alle gesprekken die we tot nu toe hebben gehad, is dat men de liberale lijn die gevolgd wordt, niet zo ziet zitten als we vaak horen in de media. Men vertelt ons dat kritiek niet naar voren wordt gebracht omdat men zich dan een roepende in de woestijn voelt. Maar als iedereen er nu zo over denkt en niemand durft in de ministerraad z’n standpunten krachtiger naar voren te brengen, dan ontstaat natuurlijk ook de indruk dat er eensgezindheid is over de voorgestelde zuivelhervormingen. Liever ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald, is de mening van de EMB.

Na afloop van een zeer uitvoerig gesprek, blijken onze Luxemburgse collega’s inderdaad een heel goed contact te hebben met hun politici: buiten lopen we de ene na de andere politicus (parlementsleden, burgemeesters en ministers) tegen het lijf die Fredy en Guy allemaal even de hand komen schudden en horen hoe het er mee gaat in de melkveehouderij. Het zal er wel mee te maken hebben dat Luxemburg een klein land is, maar mij bevalt het wel: politici met echte interesse in de landbouw. Ondanks de gigantische toegevoegde waarde van de landbouw voor de Nederlandse economie, vind ik het gros van de Nederlandse politici ongeïnteresseerd in de landbouw.

En jammer genoeg moet ik constateren dat staatssecretaris Bleker daar zo langzamerhand ook onder valt: hij is overal te zien en te horen (spel- en andere tv-programma’s) maar op landbouwthema’s horen we hem nog weinig. Als één van de weinige landbouwvertegenwoordigers in de EU, blijkt hij een gesprek met de EMB ook niet zo nodig te vinden. De EMB ontving een afwijzend schrijven op dat verzoek. Daarmee doet Bleker veel Nederlandse en Europese melkveehouders te kort. De EMB vertegenwoordigt via de DDB en de NMV een grote groep Nederlandse melkveehouders die gehoord willen worden. Ook door hun minister/staatssecretaris. Deze week staan gesprekken met de Duitse landbouwminister Aigner en de Poolse landbouwminister Sawicki op het programma van de EMB. Bij het eerste gesprek zal ik ook aanwezig zijn, maar ik ga niet mee naar Warchau, omdat ik al had toegezegd te spreken op een discussieavond in Duitsland waar Lars Hoelgaard (Directeur Generaal van de Europese landbouw Commissie) ook spreekt.

Het is belangrijk dat de EMB momenteel iedere gelegenheid aangrijpt om inhoudelijk te discussiëren over het toekomstige zuivelbeleid met beleidsmakers en politici, want dat doen de lobbyisten van de industrie en retail ook. We hebben niet dezelfde belangen: een goede prijs voor de primaire producent wordt immers door de andere schakels in de keten als een kostenpost gezien. Maar onze belangen als primaire producenten mogen niet langer over het hoofd worden gezien. Voedselproductie moet wéér en méér als waardevol worden gezien. Met passend landbouwbeleid dat deze waarden onderkent. En het is onze taak (ook als producenten van voedsel) om die waarden nadrukkelijk op de politieke agenda te zetten en te houden.

Sieta van Keimpema, voorzitter