woensdag 30 maart 2016auteur: Sieta van Keimpema

Associatieovereenkomst EU-Oekraïne: legalisering oneerlijke concurrentie

Op 6 april mogen we naar de stembus om ons oordeel te geven over de associatieovereenkomst tussen de EU en de Oekraïne. De overeenkomst betekent voor Nederlandse en EU boeren vooral een laffe aanval op het “gelijke speelveld”. Omdat de associatieovereenkomst de Europese normen en standaards met betrekking tot  voedselveiligheid, kwaliteit en dierenwelzijn niet respecteert, zeker stelt, afdwingt of controleert.

Geen afdwingbare afspraken

Op grond van de overeenkomst kan 90% van de Oekraïense landbouwproducten heffingvrij op de Europese markt komen. Ook voor Nederland zijn er voordelen aan de vermindering van invoerheffingen. Hoewel dit dus positief klinkt, heeft de overeenkomst voor boer en consument in de EU belangrijke nadelen.  

Zo blijken in het verdrag vage kreten te worden gebruikt zonder juridische lading in plaats van harde afspraken,terwijl ook een tijdspad ontbreekt voor het voldoen aan de strengere EU standaarden en voorwaarden ten aanzien van voedselkwaliteit dierenwelzijn enz. Daardoor is het onmogelijk om de Oekraïne aan vermeende  “afspraken” te houden, omdat ze niet afdwingbaar zijn. In zowel artikel 59 als 64 (en art. 29 betreffende douanerechten) wordt er gesproken over maatregelen voor bijvoorbeeld het garanderen van dierenwelzijn. Alleen, er wordt niet verder gegaan dan de opmerking dat er “consensus” moet zijn.

Hormonen, antibiotica

Door de vage afspraken, kan de Oekraïne in feite doorgaan met het houden van dieren volgens veel lagere standaards én kosten als in de EU. Want rond dierenwelzijn en dierhouderij liggen de EU en de Oekraïne mijlenver uit elkaar:  qua huisvesting van de dieren (stalling van melkvee, kippen in kooien, eieren uit legbatterijen), identificatie en registratie, dierziektebestrijding, voorzorgsprincipe of medicijnengebruik. Hormonen en antibiotica worden op grote schaal gebruikt in de Oekraïne.

Oneerlijke concurrentie

Alle strenge wettelijke eisen en standaards die we in de EU kennen met betrekking tot bovenstaande, leveren Europese boeren een sterk hogere kostprijs op als de Oekraïense boeren. Europese boeren moeten concurreren tegen producten die zijn geproduceerd op een wijze die in de EU verboden is! Het door beleidsmakers toestaan van producten op onze markt die niet aan onze hoge standaards voldoen, is concurrentievervalsing.

Keuze consument?

Kan een consument deze producten met herkomst “Oekraïne” herkennen en links laten liggen? Nee. Omdat veel van de, volgens EU-regels onreglementair geproduceerde voedingsmiddelen, onherkenbaar worden door het gebruik in bewerkte producten.

Herkomst veranderen

Tevens mag ieder product dat binnen de EU-grenzen nog een keer bewerkt wordt (herverpakt of gesneden) als herkomst de naam van het land dragen waar de laatste bewerking is verricht. Dus kipfilet geproduceerd in de Oekraïne onder veel slechtere dierenwelzijn- en kwaliteitseisen wordt in Nederland herverpakt en mag daarna gelabeld worden als “geproduceerd in Nederland”.

Voor kaas geldt hetzelfde: kaas die in plakken wordt gesneden in Nederland, mag daarna herkomst Nederland als label dragen. De DDB heeft hier inmiddels Nederlandse beleidsmakers op aangesproken. 

De handel kiest over het algemeen voor de goedkoopste optie die legaal te verkrijgen is.  Zoals blijkt uit de cijfers van het Oekraïense bureau voor de statistiek. Op de dag dat de EU zijn grenzen opende met Oekraïne, overstroomde de Europese markt met Oekraïense batterijkippen. De export naar Nederland was, met tariefmuren, precies nul kilo: dat zien we in 2013. In 2014 gaan de grenzen precies halverwege het jaar open en komt de stroom dieronvriendelijke kippen op gang. In 2015 is volgens een artikel in Volkskrant inmiddels 12.000 ton kippenvlees vanuit de Oekraïne naar Nederland geëxporteerd. En Oekraïne heeft ook grote plannen met zuivelproducten.

Rabobank en ING: investeren in duurzaam ondernemen?

Grote investeerders in de stroom kippenvlees uit de Oekraïne zijn opvallend genoeg Rabobank en ING. Twee Nederlandse banken die de mond vol hebben over duurzaam en maatschappelijk ondernemen en een hoge graad aan dierenwelzijnseisen opleggen aan hun Nederlandse agrarische klanten, investeerden reeds miljoenen in de Oekraïense kippenfabriek Myronivsky Hliboproduct (MHP). Die is in handen van Yuriy Kosiuk, een Oekraïense multimiljardair. Op 380 duizend hectares land worden jaarlijks door MHP 332 miljoen kippen geslacht, ingevroren, verpakt en uiteindelijk geëxporteerd. (Ter vergelijking: in Nederland worden jaarlijks 465 miljoen kippen geslacht)

Miljoenen euro’s in inferieure productie

Rabobank maakt in de periode 2008-2018, 127,1 miljoen euro over aan MHP, ING investeert  42,8 miljoen (artikel Volkskrant d.d. 14 september 2015: http://www.volkskrant.nl/economie/nederlandse-banken-financieren-megakippenbedrijf-in-oekraine~a4141484/). Geld wat overigens niet ten goede komt aan de Oekraïense burgers, integendeel.Terwijl multinationals zich verrijken met deze overeenkomst, wordt de Oekraïense plattelandsbevolking aantoonbaar armer door de overeenkomst. 

Salmonella

En terwijl andere landen hun grenzen voor kippenvlees uit de Oekraïne sloten om de dieronvriendelijke wijze waarop het geproduceerd wordt en de hoeveelheid salmonella in het vlees, verdedigen Nederlandse banken zich met de opmerking “dat het volgens de nationale regels en wetten wordt geproduceerd”.

Inderdaad, en dat is nu net het probleem aangezien die nationale wetten van de Oekraïne op geen enkele wijze voldoen aan onze Europese minimale standaards en wetten!

Zoals zo vaak blijkt de belerende houding van banken ten opzichte van hun Nederlandse agrarische klanten slechts een staaltje “window-dressing”. Met maatschappelijk verantwoord of duurzaam ondernemen heeft de werkwijze van Rabobank en ING niets van doen!

Dierenwelzijn geen issue

We hoeven niet te verwachten dat er in de Oekraïne ten opzichte van bijvoorbeeld dierenwelzijn iets ten goede verandert: de Oekraïense minister van Agrarische Zaken Pavlenko liet zich in een interview met Boerderij (december 2015) al uit over het feit dat dierenwelzijn geen echt issue is voor de Oekraïners. En hoeft daar door dit verdrag ook geen haast mee te maken door het gebrek aan harde afspraken.  

Wel heeft de Oekraïense landbouwminister al aangegeven dat men eveneens de export van zuivelproducten naar Nederland op wil schroeven. Zuivel die bij de productie bij lange na niet voldoet aan de aan de Nederlandse melkveehouders opgelegde standaards en eisen. 

“Nee” ?

De DDB concludeert dat zolang Oekraïne zich niet aan Europese normen en standaarden houdt voor voedselproductie, alle vrije verkeer van goederen opgeschort moet worden in het belang van de voedselveiligheid, kwaliteit en het gevaar van imagoschade voor zuivel- en andere landbouwproducten. Op 6 april kunt u door uw stem tijdens het referendum bij onze overheid aangeven waar voor u de grens ligt bij o.a. het ondermijnen van onze concurrentiepositie én inkomen.