zaterdag 16 juli 2011auteur: Sieta van Keimpema

Week 28 - Eén jaar ARC 2020

Week 28 - Eén jaar ARC 2020

Eén jaar na het eerste symposium van ARC 2020 (Agricultural and Rural Conference 2020) blijkt het netwerk behoorlijk aantrekkelijk te zijn voor een groeiend aantal maatschappelijke organisaties. Op 13 juli werd in Brussel zowel ’s ochtends (exclusief voor de core-group waartoe de EMB behoort) als ’s middags (voor meer dan 200 belangstellenden uit de landbouwsector en uit maatschappelijke organisaties) een vol programma gepresenteerd over de route van ARC 2020 en het Europees Landbouwbeleid.

Landbouwcommissaris Dacian Ciolos, rapporteur van de landbouwcommissie van het Europees Parlement Albert Dess, de Poolse minister van landbouw Marek Sawicki (als vertegenwoordiger van het EU presidentschap) en Lutz Ribbe, lid van de EESC (die de ruimte beschikbaar stelde) namen allemaal deel aan het slotstuk van de conferentie. Eerder op de middag gaven experts uit de landbouw; Jim Harkness (directeur van het instituut voor landbouw en handelspolitiek uit de VS), Tim Lang (professor Voedselbeleid van de Universiteit van Londen) en Erik Mathijs (professor en hoofd Landbouw- en voedseleconomie van de Universiteit van Leuven), hun visie op verschillende facetten van de landbouw.

Eén van de doelstellingen van ARC 2020 is het bereiken van een ‘rurale renaissance’. Dat klinkt mooi , maar wat wordt er mee bedoeld? ARC wil dat het platteland een duurzame, welvarende regio wordt waar gezond en voldoende voedsel wordt geproduceerd waar alle schakels in de keten voordeel van hebben.

Om dat te bereiken is het nodig dat het nieuwe GLB stopt met de oude route die gericht is op hogere productie voor steeds lagere opbrengstprijzen voor boeren.
Politici hebben de mond ook wel vol van ‘duurzaamheid’ en ‘verantwoord produceren’, maar veel inhoud hebben deze woorden nog niet gehad, op de keper beschouwd.

Als vertegenwoordiger van de melkveehouders/boeren binnen ARC 2020, werden we door een aantal (nieuwe) partijen er op gewezen dat we op moeten passen dat deze maatschappelijke organisaties zich niet beperken tot het: “Jij moet, jij moet, jij moet”, maar zich ook eens gaan bezighouden met de vraag wat zij voor ons als boeren kunnen doen. Met deze opmerking kreeg ik het meteen aan de stok met een dame van een organisatie die zich bezig houdt met het weren van residuen in voedsel. Een goed uitgangspunt maar haar voorstellen waren weinig realistisch. De tijd dat we ziektes en onkruiden bestreden met een stekeltrekker en een emmer water van bestorven brandnetels, is voorbij.
Ik heb uitgelegd dat boeren best bereid zijn hun bedrijfsvoering aan te passen maar dat het wel betaald zal moeten worden en dat je, wil je succesvol zijn als maatschappelijke organisatie, de boeren pas mee krijgt als je betaalt voor je eisen en ze niet alleen oplegt.

Gelukkig hebben we binnen ARC 2020 een dusdanige positie dat onze inbreng met zeer veel belangstelling wordt opgenomen. Michael Dower (centrale man binnen ARC en samensteller van de ARC-visie), heeft de monitoringscommissie van de EMB volledig opgenomen in de ARC-visie als manier om het zuivelbeleid meer duurzaam te maken en als methode voor melkveehouders om hun positie in de keten te versterken. Een methode die ook voor de andere sectoren wordt geopperd.

Het werk van de organisaties binnen de ARC-groep werd veelvuldig geprezen door alle sprekers om hun vooruitstrevende denk- en handelswijze. Ook het werk en de visie van de EMB werd daarbij vaak expliciet genoemd. Natuurlijk is dat leuk, maar we moeten de realiteit niet uit het oog verliezen. En die realiteit is dat de voorstellen voor het nieuwe zuivel- en landbouwbeleid nog steeds hangen aan de oude politiek waar de Europese burgers inmiddels genoeg van hebben (blijkens de Euro-barometer) en die niet goed heeft uitgepakt voor de producenten van voedsel (blijkens de margeverdeling en de lage inkomens in de landbouw). De lobby van ‘de machthebbers’ in de keten is echter zo sterk en zo machtig dat het politici (waaronder de Europarlementariërs) nog steeds aan onvoldoende moed ontbreekt om over hun eigen schaduw heen te springen bij het nemen van besluiten en het doen van voorstellen.

Het werk van ARC 2020 is vanuit dat oogpunt erg belangrijk. Het steunt beleidsmakers die een belangrijke stap vooruit willen zetten in de hervorming van het Landbouwbeleid. Zodat de aanmoedigende woorden van Ciolos en Dess niet blijven hangen binnen de muren van het EESC-gebouw, maar vertaald worden in werkbaar, fair en duurzaam landbouwbeleid.
Een pittige klus waar we na deze conferentie weer enthousiast de tanden in zetten.

Sieta van Keimpema, - voorzitter