maandag 14 februari 2011auteur: Sieta van Keimpema

Week 7 – Zuivelbeleid allang geen boerenzaak meer

Week 7 – Zuivelbeleid allang geen boerenzaak meer

Talloze instanties en organisaties houden zich bezig met het toekomstige zuivelbeleid. En die komen lang niet allemaal uit de zuivelsector. Zo werd ik afgelopen week uitgenodigd om een zitting bij te wonen van de European Economic and Social Comité (EESC) in Brussel. De EESC adviseert de Europese Commissie en werkt momenteel aan een definitief advies over de voostellen in het Melkpakket van Ciolos.Bij de genodigde experts/ leden van de EESC, zat o.a een vakbondsman uit Nederland die me bekende geen expert op het gebied van zuivel te zijn: “Daar moeten jullie ons bij helpen”, stelde hij.

De EESC is geen uitzondering. Bij de hoorzittingen van het EU Parlement schuiven talloze maatschappelijke organisaties aan om zich te buigen over het toekomstige zuivelbeleid. En of je daar nu voor of tegen bent, het is een realiteit die we onder ogen moeten zien: het platteland van Europa is allang geen boerenzaak meer. Daarom heeft de EMB zich afgelopen jaar aangesloten bij ARC 2020: een netwerk van meer dan 150 maatschappelijke organisaties waarvan een groot deel een lobbyist in Brussel heeft rondlopen. ARC ondersteunt de visie van de EMB totaal, heeft belangrijke statements en eisen van de EMB in haar rapport over het toekomstige landbouwbeleid opgenomen, en lobbyt voor een zuivelbeleid waardoor een kostendekkende melkprijs voor de gemiddelde EU melkveehouder realiteit wordt.

Bij de EESC werd ik positief verrast door de genodigde experts: zij stelden kritische vragen over de sociale aspecten voor melkveehouders in het nieuwe zuivelbeleid, over de versterking van de positie van melkveehouders en over de transparantie en monitoring van de sector voor de toekomst. Daarnaast werd het economische belang van de melkveehouderijsector benadrukt en gesteld dat juist de melkveehouderij in de minder favoriete regio’s (less favourable areas) vaak de enige economische activiteit is.

Natuurlijk kwam ook de problematiek van de huidige Mededingingswetgeving aan de orde. De experts twijfelden aan een gelijkwaardige onderhandelingspositie voor melkveehouders met de door de EU Commissie voorgestelde bundelingsgraad tot 3,5% van het EU melkvolume en 33% van het nationale melkvolume. Melkverwerkers als Arla, FrieslandCampina en het fuserende Nordmilch/Humana overtreffen deze bundelingen immers royaal waardoor er van gelijkwaardigheid nog geen sprake is, aldus een aantal experts. Nu heeft de EMB al een Groepenvrijstellingsverordening uit laten werken door juristen, die afgelopen zomer werd aangeboden aan Commissaris Ciolos. Met deze Groepenvrijstellingsverordening kan er voor melkveehouders een uitzonderingsregel worden gemaakt in de Mededingingswet waardoor we ons beter/gelijkwaardiger kunnen bundelen. Het rapport over deze Groepenvrijstellingsverordening heb ik donderdag aangeboden aan de opsteller van het rapport van de EESC, met de afspraak dat we er binnenkort op terugkomen.

Een punt wat tijdens de EESC vergadering eigenlijk niet werd bekritiseerd, was het vrijwillige karakter van de voorgestelde maatregelen zoals de contracten. En daar maken de DDB en de EMB zich juist wel grote zorgen over. Met deze vrijwilligheid stapt men van een gemeenschappelijk EU Zuivelbeleid af en werkt men ongelijkheid en concurrentievervalsing in de hand. Het risico bestaat dat we elkaar in de EU zozeer proberen te beconcurreren, dat we vergeten dat de rest van de wereld op zuivelgebied ook niet stilzit. En vrijwillige maatregelen hebben nog nooit een oplossing opgeleverd. Ook is het beeld dat een aantal beleidsmakers heeft van de positie van melkveehouders in coöperaties nogal naïef. Er wordt aangenomen dat melkveehouders in coöperaties het beleid direct kunnen beïnvloeden en, als het beleid ze niet bevalt, de keuze kunnen maken voor een andere melkverwerker. En dat is natuurlijk al lang niet meer het geval: ledenstops, concentratie van melkverwerkers en langdurige leveringsvoorwaarden hebben deze opties zo goed als afgesloten. De positie van de melkveehouders moet versterkt worden aldus de EU Commissie en de EESC. Dan zullen er maatregelen moeten worden genomen die deze versterking inhoud geven. Maatregelen die tot nu toe niet zijn opgenomen in de voorstellen. Er ligt nog een flinke taak voor de EMB (en de DDB) om dat goed georganiseerd te krijgen. Een taak die we met veel gesprekken met talloze belangengroepen voor elkaar proberen te krijgen.

Sieta van Keimpema,Voorzitter DDB