dinsdag 12 oktober 2021auteur: DDB

7e Actieprogramma nitraat: regelrechte oorlogsverklaring!

 Over het “Ontwerp voor het “7e Nederlandse actieprogramma betreffende de Nitraatrichtlijn 2022 - 2025” (klik hier) is al veel gezegd en geschreven. Maar liefst 126 pagina’s heeft demissionair Minister Schouten van LNV nodig, om te verhullen welke onhaalbare en onbetaalbare opdracht ze eenzijdig neer wil leggen bij de boeren.  

Half september legde LNV Team Mest, dit 7eactieprogramma nitraat (hierna 7eAPN), voor aan een paar boerenbelangenorganisaties. Kritische clubs zoals de DDB werden niet uitgenodigd. Natuurlijk staat het ons en overige belangenclubs en boeren vervolgens vrij, om deel te nemen aan de opengestelde internetconsultatie. Via deze internetconsultaties kan immers ook invloed uitgeoefend worden op de beleidsrichting, stelt LNV. Of …. wacht …, toch niet? In de tekst van het Ontwerp (dat dus vóór 15 september al klaar lag) staat onderaan pagina 5: “de publieke consultatie op het concept liep van 30 augustus 2021 tot 11 oktober 2021. Zowel op de MER, als het advies van de cie. MER als op de zienswijzen ontvangen tijdens de consultatie is een reactie opgenomen in dit document”Tot 18 oktober echter, kan je nog steeds een reactie sturen aan LNV.  

DDB stelde al voor het Kamerdebat op 15 september, een aantal Kamerleden op de hoogte van onze kritische kanttekeningen aangaande het 7eAPN.    

Kort gezegd is er sprake van een collectief verzet van alle landbouwbelangenorganisaties aangaande het nu voorliggende ontwerp dat een direct gevaar vormt voor het voortbestaan van duizenden boerenbedrijven in de akkerbouw en melkveesector. Doelstelling van het 7e APN zou het verbeteren van de grond- en oppervlaktewaterkwaliteit moeten zijn, om onder andere de derogatie binnen te halen. En behoort te voldoen aan de uitgangspunten van de ´Goede landbouwpraktijk´ en mag het milieu/ niet extra belasten.

Jammer genoeg voldoet het ontwerp daar op alle terreinen, niet aan. Het ontwerp sloopt boerenbedrijven door de zeer hoge, niet terug te verdienen kosten voor boeren. Het staat haaks op de landbouwpraktijk, betekent een verhoging van de milieu impact en werkt inefficiëntie en verspilling van kostbare grond en bodem in de hand.

Een greep uit de inconsequenties en onmogelijkheden: 

1. Waterkwaliteit: de grondwaterkwaliteit blijkt in het overgrote deel van Nederland, aan de norm te voldoen (ruimschoots op klei- en veengrond): 50 mg/l. Slechts een paar regio’s in Nederland voldoen nog niet aan de norm (Zuid Nederland wordt genoemd als regio waar de afgelopen twee jaar het nitraatgehalte in het grondwater zelfs weer zou zijn gestegen. Dat droogte daaraan ten grondslag ligt, waardoor concentratie is ontstaan die in 2021 alweer is opgelost, vertelt de tekst er ten onrechte niet bij). Een norm die wordt vastgesteld op zomer gemiddelden, op zandgrond (!). Terwijl zomers in Zuid Nederland de sloten – van oudsher - droog staan!!!

Een gebiedsgerichte aanpak ligt voor de hand. Echter, demissionair Minister Schouten kiest voor een generieke. Waarmee duizenden boerenbedrijven zonder enig nut of noodzaak, gigantische kosten in de nek geschoven krijgen.

Daarnaast wordt geen enkele aandacht geschonken aan het feit dat in een aantal regio’s (West Nederland) de grondwaterkwaliteit sterk wordt beïnvloed door natuurlijke omstandigheden zoals kwel en andere fosfaatbronnen. In die regio’s zal het nitraatgehalte in het water nooit voldoen aan de norm, mét of zónder landbouwactiviteiten!

Voor oppervlaktewater in de grensstreek geldt, dat het water fors bóven de Nederlandse norm over de grens stroomt: de Nederlandse landbouw heeft daaraan part noch deel! De demissionaire Minister verzuimt onze buurlanden te sommeren hun waterkwaliteit op orde te brengen en schuift de verantwoordelijkheid voor deze waterverontreiniging zo op het bord van de boeren. 

Geen enkele waterzuiveringsinstallatie in Nederland, zuivert 100% van het aangeboden rioolwater:  velen zuiveren maximaal driekwart. Structureel worden grote hoeveelheden van het aangeboden rioolwater, ongezuiverd geloosd op het oppervlaktewater.   

2. Bufferstroken: Tot wel 5 meter van je land, grenzend aan alle boerensloten worden aan je teeltplan en je mestruimte ontnomen. Daarmee verlies je inkomen. Lasten (zoals waterschaps- of financieringslasten) houd je wel. Dit is onteigening en inperking van je vergunning!!!

 Daarnaast verliest een groot deel van de melkveebedrijven door deze onteigening, zijn grondgebondenheid. Een forse kostenverhoging want óf je krimpt je veestapel in, of je moet extra grond pachten of kopen. Wat deze maatregel gaat betekenen voor de weidegang op de bufferstroken, wordt niet duidelijk in dit rapport.

3. Verplichte mestverwerking. Iedereen die door bufferstroken zijn grondgebondenheid verliest, wordt verplicht al zijn mest(!) af te voeren naar mestverwerkers. Een idiote regel die niéts te maken heeft met de Goede Landbouwpraktijk. Allereerst zal de bodemkwaliteit er onder lijden, terwijl de milieukundige-voetafdruk van het afvoeren van zoveel mest, onbenoemd blijft.  

Van een fosfaatoverschot in de bodem is nu al geen sprake meer. De bodemvoorraad staat nagenoeg op nul. Een verdere afname zal direct invloed hebben op de bodemvruchtbaarheid waardoor de regeling in grote gebieden van Nederland, negatieve effecten zal hebben in plaats van positieve.

4. Rust- en vanggewassen: ondanks het feit dat de waterkwaliteitsdoelen in het overgrote deel van Nederland worden gehaald, wordt het vanaf 2023 overal in Nederland verplicht om elke vier jaar een niet-renderend ‘rustgewas’ (zoals granen) te telen in het bouwplan. Vanaf 2027 zelfs elke drie jaar. Deze verplichting gaat ten koste van de teelt van financieel interessantere gewassen als aardappelen en suikerbieten. En gaat, opnieuw, ten koste van het inkomen van boeren. Terwijl de kosten toenemen. Of de teelt van een rustgewas vervolgens, ook maar iets bijdraagt aan het voorkomen van nitraatuitspoeling, blijft onbenoemd.

‘Vanggewassen’ mogen straks alleen nog in het voorjaar worden ondergewerkt waardoor bijvoorbeeld gras onvoldoende verteert in de bodem, waardoor er weer extra bemest  moet worden – kostenverhogend en contra productief! Door deze ‘kalenderlandbouw’ gaat tevens het positieve effect dat vorst kan hebben op de bodemstructuur of het voorkomen van bijvoorbeeld aardappelziektes, teniet.  

5. Kalenderlandbouw: In plaats van aanpassingen die rekening houden met de veranderende weersomstandigheden, introduceert demissionair Minister Schouten nog meer peildatums. Dat is niet met elkaar te rijmen. Boeren passen zich aan, aan de weersomstandigheden om zo schade aan het land (spoorvorming) te voorkomen en een optimaal gewas (qua opbrengst en kwaliteit) te oogsten. Suikerbieten en aardappelen worden over het algemeen pas geoogst ná 1 oktober. Dát is de praktijk! Met het voorstel van Kalenderlandbouw, bewijst LNV geen idee te hebben waar ze mee bezig zijn.

Onbespreekbaar!

Bovenstaande maatregelen zijn onbespreekbaar! Stuk voor stuk kunnen we aantonen  dat ze níks te maken hebben met de waterkwaliteitsdoelen en álles met de dubieuze agenda van Schouten en Rutte III: boeren zo demotiveren dat de landbouwgrond beschikbaar komt voor andere plannetjes, uitgebroed in verstikkend Den Haag. Want als het om de waterkwaliteit zou gaan, waarom is er dan geen uitzondering voor gebieden waar het wél goed gaat? Het 7e APN stelt zelf dat de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater in de meeste gebieden al ruim onder de norm zit. In plaats van dat te belonen, worden alle boeren in iedere regio verplicht om te voldoen aan de maatregelen in dit actieprogramma. Waarom weigert LNV de data over de waterkwaliteit, afkomstig van de meetpunten, te publiceren: waar vinden we die overschotten? Over welke regio’s hebben we het? Ondernemers onteigenen en zware verplichtingen opleggen zonder dat daar een zwaarwegende maatschappelijke óf milieukundige reden voor is, ís onrechtmatig.

De landbouwsector gaat de laatste jaren gebukt onder een (demissionair) Minister die beleid opstelt dat volstrekt niet integraal is. Terwijl dat juist noodzakelijk is: integraal gebiedsgericht beleid en géén generiek beleid.

Wéér gaat het Ministerie op de stoel van de boer zitten – terwijl ze daar duidelijk geen kaas van heeft gegeten. Wordt ingegrepen op de mogelijkheid voor boeren, om rantsoen en teeltplan goed op elkaar af te stemmen. Wordt alle innovatie en transitie in de landbouwsector, gefrustreerd.

Dit is geen doelen-beleid maar een middelen-beleid!

Economische effectrapportage

Een economische effectrapportage, die inzichtelijk maakt wat de financiële gevolgen zijn voor de betrokken landbouwbedrijven, ontbreekt. Die was nog niet klaar, aldus de LNV-ambtenaren. Wat een lam excuus.

Een economische effect rapportage had de presentatie van deze onrealistische plannen - die veel stress veroorzaakt bij boeren en hun gezinnen - kunnen voorkomen. Onhaalbare, ineffectieve wetgeving die  ernstige economische gevolgen heeft voor één beroepsgroep, behoort niet gepubliceerd te worden. Daarmee heeft Schouten alleen onrust en verzet mee veroorzaakt! Schouten en haar ambtenaren, tonen hier mee opnieuw aan, volstrekt ongeschikt te zijn. Vragen die essentieel zijn, zoals wat de (financiële) consequenties zijn van een afname van de beschikbare grond door de bufferstroken, de opgelegde rustgewassen, voor de mestmarkt, blijven onbeantwoord. Evenals de vragen of dit plan überhaupt uitvoerbaar is en welke relatie deze plannen hebben tot de gewenste kringlooplandbouw. De doelstellingen voor de Green Deal en Farm2Fork-strategie worden genoemd. Terwijl al sinds januari duidelijk is, dat de GD/F2F zal leiden tot meer honger in de wereld, het uitsterven van boerenbedrijven in Europa en géén positief effect zal hebben voor de natuur of op de klimaatverandering.

Geen draagvlak

DDB zegt ‘NEE’ tegen dit ‘Ontwerp 7e actieprogramma nitraat’.

Er is geen draagvlak voor dit 7e Actieprogramma nitraat onder de boeren.  

In het verleden had Nederland een landbouwministerie dat de boeren motiveerde. Die mét de boeren naar oplossingen zocht. Daar profiteerde heel Nederland van. En nog steeds. Het is een werkwijze die sinds een aantal jaren is ingeruild voor het doelbewust slopen van een zeer succesvolle – voor de Nederlandse samenleving – sector. Desinteresse, onrealistische wensscenario’s en een gebrek aan kennis kregen de boeren met de herintroductie van het Ministerie van LNV.  

Wat wel?

DDB zegt ‘JA’ tegen samen en constructief oplossingen zoeken die recht doen aan de boeren, hun eigendommen en de onvervreemdbare rechten die ze hebben via hun vergunningen!  

Demissionair Minister Schouten’s zwak excuus voor deze draak van een 7eAPN is, dat ze vóór 1 januari een plan moet indienen in Brussel anders komt de derogatie in gevaar. Maar verlaat tegelijkertijd rustig haar post op LNV om een tweede Rutte III mee te formeren! Terwijl dit 7eactieprogramma nitraat, het voortbestaan van duizenden boerenbedrijven bedreigt. Laat de demissionaire Minister eerst en met spoed, betrouwbare LNV-onderhandelaars aanwijzen, zodat er gezamenlijk met alle relevante boerenbelangenbehartigers een plan van aanpak ontwikkeld kan worden waarvoor onder de boeren wél draagvlak is. Wat wél praktijkgericht is.

Het moet afgelopen zijn met het slopen van de landbouw – het slopen van onze bedrijven. Afgelopen met de leugens. Handen af van onze sector! Handen af van ons eigendom!

Namens het DDB-bestuur,

Sieta van Keimpema, voorzitter