zaterdag 19 oktober 2019

‘Dit is niét leuk om mee te maken’

Kabinet en provincies handelen buitengewoon ongelukkig in de stikstofproblematiek, vindt Lubbert van Dellen uit Kollum. ,,De politiek heeft nog niet het begin van een oplossing.”

LUBBERT van Dellen is commercieel directeur bij accountants- en advieskantoor Accon avm en een veelgevraagd adviseur als het gaat om complexe boerenzaken. Hij is daarnaast ook secretaris van het Mesdagfonds, een stichting die onder meer ijvert voor het beter meten van stikstofneerslag in natuurgebieden. De analyses van de boerenzoon uit Kollum worden volop gedeeld, aangehoord en gelezen. Vorige week vrijdag zou hij aanschuiven bij Johannes Kramer. De Friese landbouwgedeputeerde wilde zijn visie weten op de hedendaagse stikstofproblematiek. Dat overleg kon niet doorgaan, omdat die dag vele honderden boze boeren en sympathisanten het Provinsjehûs bezetten.

Die woede hebben de provincies over zichzelf afgeroepen, vindt Van Dellen. ,,In hun brief van 8 oktober doen de provincies er nog een schepje bovenop wat betreft het afnemen van vergunde rechten. Als landbouwminister Carola Schouten aangeeft dat de provincies te ver gaan, volgt er vanuit de provinciehuizen geen correctie. Ja, dan heb je de poppen aan het dansen.”

Voor adviseurs moet het smullen zijn als overheidsbeleid zoveel vragen oproept. Extra brood op de plank zou je zeggen. Van Dellen bestrijdt dit nadrukkelijk. ,,Als overheidsbeleid tot zoveel onzekerheid leidt bij gezinnen, en vaak ook tot angst, dan is dat niét leuk om mee te maken.”

Van Dellen geeft twee oorzaken voor het feit dat het Den Haag maar niet lukt om grote problemen met kordaat beleid op te lossen. Terwijl het fosfaatdebacle nog niet is afgerond, bevindt Nederland zich al in de volgende crisis: stikstof. ,,Allereerst heb ik het idee dat er een gebrek is aan totaal overzicht. Dat krijg je als je alles tot in detail wil regelen. Dat brengt me op mijn tweede punt: de overheid wil doelen halen door alles zoveel mogelijk strikt juridisch te regelen. Maar ecologie en biologie laten zich niet juridisch regelen, daar is de schepping te ingewikkeld voor. Daarmee creëert de overheid een theoretische werkelijkheid die vaak botst met de praktijk. Terwijl het ook kan door te stimuleren wat je wel wilt.”

D

e Kollumer trekt een vergelijking met een denkbeeldige aanpak van obesitas bij jonge kinderen. ,,Als de overheid daarbij de veehouderijaanpak zou overnemen dan krijg je het volgende: Den Haag bepaalt met hoeveel procent zwaarlijvigheid teruggedrongen moet worden, hoe groot een bord mag zijn en hoeveel eten erop mag liggen. Dit motiveert niet en de kans dat obesitas daalt is klein, en met een boete op te grote borden nog kleiner. Je kunt ook gezonde voeding promoten en fiscaal stimuleren. Zo’n aanpak zou in de veehouderij ook zoveel beter renderen. Stimuleer dat de veehouderij minder ammoniak uitstoot. Dat bereik je door als boer minder kunstmest en krachtvoer naar je boerderij aan te laten voeren, door mest en urine snel te scheiden, door mest bij vochtig weer uit te rijden of door mest te fermenteren. En weet je wat het mooie is: daarmee bereik je ook zoveel andere voordelen zoals een lagere uitstoot van broeikasgassen, minder uitspoeling van meststoffen en gezondere dieren, b o dem en eten.”

Het feit ligt er echter dat de overheid de stikstofproblematiek vooral met juridische middelen te lijf gaat. En dat doet men buitengewoon ongelukkig, vindt Van Dellen. ,,De politiek heeft nog niet het begin van een oplossing. Terwijl het advies van de commissie Remkes duidelijk is: zorg voor een warme sanering van een deel van de veebedrijven vlak bij natuurgebieden en verlaag bij deze gebieden de maximum-snelheid. Maar in plaats daarvan richt het kabinet (in de brief van 4 oktober) zijn pijlen op álle veehouders in Nederland doordat het alle niet benutte maar wel vergunde rechten op de korrel neemt. Bovendien wil Schouten het mogelijk maken dat iedereen stikstofrechten kan kopen (met afroming). Dan is het niet gek dat boerenorganisaties met grote zorg reageren. De kostprijs vliegt omhoog en het grote geld gaat regeren op het platteland: de bouw en industrie kopen veehouderijbedrijven op om ergens anders een woning te mogen bouwen.”

Het Kamerdebat van afgelopen donderdagavond maakte volgens Van Dellen duidelijk dat Schouten grote zorg heeft over de juridische houdbaarheid van haar plan en dat ze zich, met de provincies, tot 1 december de tijd geeft om gaten te dichten. Van Dellen verwacht in die tussentijd nieuwe aanvallen van activistische milieuorganisaties op die tienduizenden industriële en mkb-bedrijven die geen vergunning hebben maar wel stikstof uitstoten. ,,Ze zullen eisen dat overheden gaan handhaven bij die bedrijven. En dan gaat het ook de bouw- en de vervoersectoren heel hard raken. Je kunt je zelfs afvragen of de aanschaf van een warmtepomp bij een woning nog wel mogelijk is omdat zo’n apparaat ook ammoniak uitstoot.”

Dat dan naast de veehouderij ook die andere sectoren hard geraakt worden, komt doordat Nederland uiterst strenge stikstofneerslag-normen hanteert voor de natuurgebieden, de zogenaamde drempelwaarden. ,,Als je die verhoogt naar niveaus die ook de ons omliggende landen gebruiken, ontstaat er heel veel ruimte.”

Naast het verhogen van de drempelwaarden bepleit Van Dellen zoals gezegd stimuleringsbeleid: maak veehouderij, industrie en vervoer stikstofvriendelijker. Daarnaast oppert hij een actiever en reëel beheer van natuurterreinen. Bijvoorbeeld door schapen gras te laten vreten in heidegebieden. Een stikstofvrije heide is in het dichtbevolkte Nederland toch een illusie.

Een uur na het interview belt Lubbert van Dellen vanuit de auto (handsfree). ,,Hoor net onze koning vanuit India mooie woorden zeggen over de stikstofproblematiek. Het stikstofprobleem is van ons allemaal en we moeten het samen oplossen, zegt hij. Dat is ook wat ik bedoel.”