zaterdag 19 december 2020auteur: Leeuwarder Courant

Klopjacht op het erf!

Bij de boerendemonstratie in Wijster worden deze zomer 63 mannen, vrouwen en kinderen aangehouden. Een reconstructie.

Tekst Arnoud Bodde, Bas van Sluis

Het is even voor half negen in de ochtend, 8 juli 2020, als de middelste van drie dochters van Henk (55) en Wilma (53) Fikkert met haar auto thuis het erf afrijdt en na 300 meter wordt tegengehouden door politieagenten. Haar 2-jarige dochter zit in de kinderstoel achterin. De politie is resoluut. Ga maar terug, je komt er niet langs, hoort ze. Ze draait de auto om, stapt bij haar voordeur uit en loopt naar de overkant van het erf, richting de boerderij van pa en ma.

Loonwerkersbedrijf Fikkert, aan de Vamweg in Wijster, was vroeger het akkerbouwbedrijf van boer Staal, wijlen de vader van Wilma. Vlak achter de boerderij werd in december 1975 de stoptrein tussen Groningen en Zwolle tot stilstand gebracht door zeven Zuid-Molukse kapers. Wilma, haar moeder, haar zussen en haar broertje moesten om veiligheidsredenen het huis uit.

Boer Staal, voormalig oorlogsvrijwilliger in Nederlands-Indië, had twee weken lang de militairen over de vloer. Hij vond het maar niks dat die jongens hele dagen in een koude schuur moesten zitten, dus zette hij ze bij de haard in de woonkamer, geweren in een rij tegen de muur opgesteld. De soldaten sliepen op de zolder in het stro.

Wilma Fikkert zit op 8 juli nog aan de keukentafel aan de koffie wanneer de dochter van de overkant binnenloopt en vertelt van de politieblokkade. Wilma heeft geen weet van de details van wat zich de afgelopen uren op een steenworp afstand van de boerderij heeft afgespeeld.

Nadat ze de honden te eten heeft gegeven, loopt ze naar de paardenstal, door de schuur waarin een klein boerderijcafé zit, compleet met bar en stamtafel. Hier ontvangen Henk en Wilma hun tientallen boerenklanten, hun personeel, vrienden, ambtenaren van de gemeente, zelfs burgemeester Mieke Damsma was al eens te gast.

In dit epicentrum van de boerderij zitten deze ochtend boeren uit alle windstreken die in alle vroegte hebben staan demonstreren bij afvalverwerker Attero, bekend als de grootste CO2-uitstoter van Drenthe, zichtbaar vanuit de achtertuin van Henk en Wilma, aan de andere kant van de Vamweg. De boeren en hun medestanders hebben aandacht gevraagd voor de onredelijkheid in de maatregelen die de overheid treft om de stikstofproblematiek in Nederland te lijf te gaan.

In alle rust en redelijkheid, zo zullen meerdere boeren het zich herinneren, is de demonstratie die ochtend om 8 uur beëindigd. In overleg met de politie bovendien, zeggen twee boeren die twee dienders spraken van wie zich in ieder geval een voordeed als leidinggevende. Ze hoorden het de politieman nog twee keer navragen. „Dus jullie houden er echt mee op nu?”

Een club van bijna zeventig mensen is vervolgens naar de andere kant van de Vamweg, het erf van Fikkert gegaan. Ze konden ook eigenlijk nergens anders heen, de politie heeft alles afgesloten.

Buiten, naast de schuur, heeft een van de jonge knapen een barbecue aangeslingerd. Zo’n demonstratie op de vroege ochtend maakt hongerig. Mooi dat het kan, denken de boeren op dat moment nog. Statement gemaakt richting pers, politie te vriend gehouden, straks weer aan het werk.

Maar een uur later draaien meerdere politievoertuigen, klein en groot, alsnog het erfpad op. Om over te gaan tot grootschalige handhaving. Het doet de boeren achteraf denken aan de boerenopstand in 1963 bij Hollandscheveld, onder leiding van Hendrik ‘boer’ Koekoek, waar hun vaders en opa’s bij waren.

Het optreden in Wijster ervaren ze als ‘een razzia’, zullen tientallen boeren en andere demonstranten zeggen. Een klopjacht op het erf van Fikkert, waarmee de overheid een signaal geeft. Tot hier en niet verder. Een signaal waarvan de politie later zal zeggen: het had absoluut anders gekund.

Drie dagen eerder, op zondag 5 juli, besluit de regionale driehoek (politie, Justitie en de voorzitters van de Veiligheidsregio’s Groningen, Friesland en Drenthe) dat de fase van waarschuwen en de-escaleren bij boerenprotesten voorbij is. Het is de uitkomst van de optelsom van demonstraties in 2019 en 2020 - onder meer op de snelwegen en bij de provinciehuizen in Assen, Groningen en Leeuwarden, en het LC-gebouw in Leeuwarden - die verkeersonveilig en wanordelijk waren. De driehoek vindt het tijd om ‘door te pakken’. De politie krijgt de opdracht om demonstraties en blokkades te beëindigen en betrokken boeren te verbaliseren of aan te houden. Demonstreren zónder landbouwvoertuig mag wel.

Emmer burgemeester Eric van Oosterhout, plaatsvervangend voorzitter van de Veiligheidsregio Drenthe (voorzitter Marco Out heeft vakantie), zal een dag later via Whatsapp zijn collega-burgemeesters inlichten. ‘Ik neem aan dat jullie je kunnen vinden in deze hardere lijn.’

Diezelfde zondagavond broedt een clubje van tien boeren in het kleine café bij Fikkert op een nieuwe actie om aandacht te vragen voor de situatie van de boeren in Nederland: al decennia beïnvloed door telkens weer andere overheidsregels, als eerste aan de beurt bij de verscherpte aanpak van stikstofuitstoot en weinig tot geen inspraak in een plan van aanpak voor de toekomst.

Ze kennen elkaar van eerdere demonstraties. Een van hen is Zwalastino Guichelaar, zelf geen boer, maar als eigenaar van een grondverzetbedrijf in De Krim verbonden met de sector. Zijn pa was aanwezig bij de Boerenopstand in 1963, die uiteindelijk zou leiden tot Kamerzetels voor de Boerenpartij, waar de oude Guichelaar bij betrokken was. Hij was dertig jaar later ook mede-oprichter van de (nieuwe) Solidariteit Boerenpartij, samen met Paul Koekoek, een neef van boer Hendrik. Een Guichelaar kan niet tegen onrecht. En wat Zwalastino bij boeren om zich heen ziet gebeuren is precies dat.

De tien overwegen de Amercentrale van RWE in Geertruidenberg plat te leggen, een steenkolen- en biomassacentrale, bijna 200 kilometer van Wijster. Ze kiezen voor Attero – op een steenworp afstand van het erf van Fikkert – een van de locaties van de boerenblokkades in 1990, die bijna drie weken duurden. Ze wantrouwen de juistheid van de stikstofvergunningen die Attero heeft en ook de uitstoot van de naastgelegen slachtafvalverwerker Noblesse is aan de stamtafel bij Fikkert meermaals besproken.

Als een dag voor de demonstratie het ‘verbod op demonstreren met trekkers’ wereldkundig wordt gemaakt twijfelen ze even of ze door moeten zetten. Ze zijn niet uit op trammelant, maar mochten ze worden aangehouden en een bekeuring krijgen, dan is dat maar zo.

De politie weet een dag voor de demonstratie wel dat er íets staat te gebeuren, maar niet precies wat en ook nog niet waar. Gery Veldhuis, politiechef van de eenheid Noord-Nederland, wordt rond 5 uur, op de ochtend van de demonstratie, gebeld met de mededeling dat Attero is geblokkeerd. Tussen vier uur en half vijf heeft het gros van de demonstranten zich gemeld bij de ingang van het afvalverwerkingsbedrijf.

Om 06:39 uur laat politiechef Veldhuis aan hoofdofficier van justitie Diederik Greive weten dat hij zelf ter plaatse gaat. En: ‘Wij maken een plannetje om rustig tot aanhoudingen over te gaan.’

Op dat moment is de sfeer bij Attero ‘gemoedelijk’, zullen tientallen demonstranten zich later herinneren. Boeren en sympathisanten; mensen die zichzelf ‘betrokken burger’ noemen en het beste met de boeren voor hebben. Wijster is voor de meesten niet de eerste en ook niet de laatste demonstratie.

Volgens officiële politiedocumenten zijn ‘ongeveer zestig tot zeventig landbouwvoertuigen’ betrokken bij de blokkade. Onzin, zeggen boeren nadien. Op luchtfoto’s van de blokkade die ochtend zijn niet meer dan 25 trekkers zichtbaar. Meerdere aanwezigen horen personeelsleden van Attero zeggen dat ze ‘een goed punt’ hebben. ‘Hou vol’, horen ze. Een enkele chauffeur is geïrriteerd over de blokkade.

Om de politie op een dwaalspoor te brengen heeft de avond ervoor een groepje boerensympathisanten in Friesland rondjes gereden in de buurt van Drachten. Met een grote groep voertuigen rijden de Friezen ook naar beurscomplex WTC Expo in Leeuwarden en de McDonald’s in Heerenveen.

Een groep boeren uit de omgeving van Meppel – een stuk of zestig zouden er komen – zal Attero nooit bereiken. Ze worden ver buiten Wijster tegengehouden door politieagenten. Een enkeling weet via B-weggetjes bij de demonstratie te geraken.

Om 7:51 uur loopt Zwalastino Guichelaar samen met een andere demonstrant naar twee politiemannen in burger. Hij maakt de dienders, die bij het hek van Attero staan, duidelijk dat ze ermee stoppen.

Een aantal demonstranten wil naar huis. Sommigen maken al aanstalten, maar worden verderop bij wegversperringen staande gehouden en bekeurd. En weer teruggestuurd. ‘Tussen de linies blijven’, hoort een van de jongemannen die een bekeuring krijgt van 390 euro.

nt wel hebben gemaakt. De demonstratie bij ‘Drenthes grootste CO2-uitstoter’ heeft media-aandacht. Om hen heen komt de politie in beweging en de boeren zijn niet uit op een harde confrontatie. Al zijn ze er evenmin angstig voor.

De organiserende boeren vinden dat ze hun pu

De politieman vraagt het twee keer na bij Guichelaar. Dus jullie houden er nu mee op? Een verkeersagent zal tegen Guichelaar en een bevriende boer nog zeggen dat ze naar Fikkert kunnen. En straks naar huis, horen ze hem zeggen, de politie zal de wegblokkades verwijderen.

Het is drie minuten over negen. Wilma Fikkert heeft net haar vier paarden in de schuur gevoerd als ze lawaai en rumoer hoort, buiten op het erf. In het kleine café, waar Fikkert koffie schenkt, wordt hard op de deur gebonkt.

‘Meekomen!’, hoort Wilma plotseling achter zich. Ze kan ‘de bivakmuts’ niet duidelijk maken dat ze in haar eigen boerderij, bij haar eigen paarden staat en met die hele demonstratie niets te maken heeft.

Het erf van Fikkert wordt grondig schoongeveegd door politiemannen, meerdere met bivakmuts, beenbeschermers om en een helm aan de gordel. Sommige mensen blijven verstijfd en verbijsterd staan. Wat gebeurt hier? Ongeloof klinkt ook maanden later nog door in hun verhalen.

Anderen proberen zich nog achter een van de schuren te verstoppen, waar ze alsnog worden aangehouden. Ze voelen zich menselijke prooi in een buitensporige klopjacht. Zwalastino Guichelaar glipt de gang van de boerderij in en denkt daar – in de woning – veilig achter de deur te kunnen blijven staan. De agent die hem ontdekt maakt duidelijk dat dat niet zo is. Iedereen moet mee naar buiten.

De dienders zoeken in hooibulten, met politiehonden lopen ze het maïsveld in en zelfs de motorkap van de hakselaar moet open om te zien of zich daar nog iemand heeft verstopt. Een van de zeven minderjarigen zegt later diep onder de indruk te zijn geweest van de actie.

De hele club wordt buiten bij elkaar gedreven. De politie staat er in een cirkel omheen. Het regent.

Het duurt wel een uur, zeggen meerdere mensen, voordat ze in zeventien kleinere busjes en een grote politiebus worden gezet. Sommigen hebben op het erf hun identiteitsbewijs al laten zien.

Anderehalvemeterregels neemt de politie niet in acht. Mensen zitten schouder aan schouder in de bus. ‘Nood breekt wet’, horen ze agenten zeggen.

Henk en Wilma zitten samen in een arrestatiehokje in een van de bussen, in ‘een slechte film’.

Waar zijn de meiden, wil Wilma weten. Slaapkamer, mompelt Henk zo voorzichtig mogelijk. Hun twee dochters zijn met hun jonge kinderen via de keuken de slaapkamer ingevlucht, bovenin de bij het huis betrokken schuur, boven het café. Ze zullen zich daar meer dan twee uur lang angstig schuilhouden.

De schoonzoon van Henk en Wilma heeft zich boven de slaapkamer verschanst, helemaal in de nok van de schuur en verroert zich niet totdat even na half twaalf de laatste twee politiemensen het erf verlaten. Met flink wat haast, zien ze op de beelden van de bewakingscamera’s van Fikkert die ze via een app op hun smartphone kunnen volgen. Nog geen 5 minuten later blijkt waarom.

Een gealarmeerde collega-loonwerker heeft van de grootschalige aanhouding gehoord en heeft zijn medewerkers opgedragen de trekkers met spoed naar Fikkert te rijden. Met vijftien zijn ze. Maar net te laat om de laatste agenten klem te rijden. Sowieso te laat om de politiebussen met arrestanten te blokkeren.

Misschien maar goed ook, zal Fikkert later denken.

Niet alle boeren zijn in de kraag gevat. Als de politiebusjes het erf opkomen lopen twee boeren de andere kant het erf af, een paar honderd meter in de richting van de sloot en het spoor. Acht of tien ME’ers staan daar met honden te wachten. Dat ze er gloeiend bij zijn, horen ze. Ze mogen teruglopen naar voren, maar schieten halverwege gauw het maïsveld in, samen met een vrouw met twee kinderen die ze niet kennen, in een ultieme poging aan de politie te ontkomen.

‘Strontnat’ worden ze, maar ze worden niet gepakt, ondanks de drone die de politie over het veld laat vliegen. Fikkert heeft ‘heel beste maïs’ constateren de gevluchte mannen met een glimlach. Mooi hoog ook, ze hoeven niet te bukken.

In de buurt van een bosschage bellen ze een kameraad, die hen niet lang daarna met de auto komt halen.

De politievoertuigen zijn dan al bij het bureau in Assen gearriveerd, waar de arrestanten in kleine groepjes worden uitgeladen. Ze moeten hun identiteitsbewijs laten zien (sommigen voor de tweede keer), hun zakken leegmaken en worden dan naar de openluchtplaats gebracht. Een afgesloten ruimte zonder dak die veel te klein is om anderhalve meter afstand van elkaar te kunnen houden. ‘Als er eentje bij is met corona…’, denken meerdere arrestanten op dat moment.

Wat volgt zijn lange uren waarin veel, maar niet alle, mensen een voor een uit de luchtplaats worden gehaald voor verhoor. Wilma Fikkert zit lange tijd gehurkt met haar rug tegen een muur. Leeg.

Ze mogen onder begeleiding koffie halen, naar toilet en op een gegeven moment serveert de politie nog bevroren broodjes ham en kipfilet. Over de agenten hebben ze eigenlijk geen kwaad woord te zeggen.

De politievakbond verklaart later dat ‘twintig tot dertig’ collega’s zijn opgeroepen die dag, alleen al om de verhoren uit te voeren.

Arrestanten die verhoord zijn, mogen het politiebureau aan de Balkengracht verlaten. Buiten staan een paar honderd mensen, als steunbetuiging aan de 63 arrestanten van Wijster. Wie naar buiten komt wordt met applaus en luid gejuich onthaald, hoorbaar op de luchtplaats.

Een laatste groep arrestanten wordt niet meer gehoord. Omdat ze al zes uur vastzitten moet de politie ze laten gaan. Op het erf van Fikkert wordt de barbecue weer aangeslingerd.

Een dag na de demonstratie dient bij de rechtbank in Groningen een kortgeding van boerenactiegroep Farmers Defence Force tegen de Veiligheidsregio Groningen. Inzet: het verbod op demonstreren met trekkers moet van tafel. Maar de rechter vindt dergelijke protesten een potentieel gevaar voor de samenleving.

Een week na het besluit om de protesten te verbieden, trekt de Veiligheidsregio Drenthe het verbod toch weer in, wat de argwaan bij veel arrestanten vergroot. Mocht het wel, wat de politie in Wijster deed?

‘Ik kan mij voorstellen dat het politieoptreden een behoorlijke impact heeft gehad op de omgeving’, schrijft Mieke Damsma, burgemeester van Midden-Drenthe, vijf dagen na de demonstratie, aan de gemeenteraad.

In haar brief benoemt ze een aantal opmerkelijke zaken. ‘Wat ik betreur is dat [de demonstranten] ook jongeren hebben meegenomen. Omdat ten tijde van de aanhouding van sommige jongeren de identiteit niet kon worden vastgesteld zijn die kinderen meegenomen naar het bureau.’

Maar dat is onjuist, zeggen de jongeren en hun ouders. Iedereen had gehoor gegeven aan de oproep om een identiteitsbewijs mee te nemen naar Wijster. Alle minderjarigen konden zich op het erf van Fikkert identificeren. Politiechef Veldhuis zal later tegenover drie boeren verklaren dat hij had gewild dat de jeugd niet was meegenomen naar Assen.

Sowieso begrijpt eigenlijk niemand waarom niet óf tijdens de demonstratie bij Attero, óf op het erf van Fikkert bekeuringen zijn uitgedeeld. Daar hadden veel aanwezigen mee kunnen leven.

Verder schrijft Damsma in haar brief dat de actie is uitgevoerd ‘in goed overleg met de voorzitter van de Veiligheidsregio, de korpschef van de politie, het openbaar ministerie en de burgemeester’. Ze schrijft geen beslissende rol te hebben gehad, maar dat ze ‘ten tijde van het optreden’ wel is geïnformeerd door de voorzitter van de Veiligheidsregio en het OM.

In reactie op een beroep op Wet openbaarheid van bestuur van deze krant schrijft de politie Noord-Nederland echter dat ‘voor wat betreft de besluitvorming tot de arrestatie van boeren (…) dit geen onderwerp van overleg en besluitvorming is geweest’ tussen politiechef, OM, plaatsvervangend VRD-voorzitter en de gemeente Midden-Drenthe.

Ook schrijft Damsma dat ‘de beperking van de 1,5-meter afstand nog steeds van kracht blijft’ en dat die met betrekking tot demonstraties, zoals bij de demonstratie bij Attero, ‘ons nog steeds parten speelt’.

Wijster houdt ook in de weken daarna de gemoederen bezig. Op maandagavond 7 september komt Asser burgemeester Marco Out als voorzitter van de Veiligheidsregio naar Beilen om op het gemeentehuis een deel van de gemeenteraad van Midden-Drenthe achter gesloten deuren bij te praten. Out zegt dat hij geen weet heeft van de inzet van politiehonden. Arrestanten zullen zich de ‘Mechelse herders’ maar al te goed herinneren.

Tijdens een discussie over de vraag of er nou wel of geen ME is ingezet, krijgt Out voor de voeten geworpen dat politieagenten met bivakmutsen en helmen toch allesbehalve agenten met een platte pet zijn. Burgemeester Damsma is aanwezig in de raadszaal, maar zegt geen woord. De familie Fikkert heeft tot op de dag van vandaag niets van haar vernomen. Een bewuste keuze, verklaart ze later. Ze wil neutraal blijven.

Op 27 november zit Out samen met de politiechef Veldhuis om tafel met twee boeren en Zwalastino Guichelaar, op het gemeentehuis in Assen. Ze horen Veldhuis zeggen dat afgelopen zomer een grens was bereikt. Demonstreren met landbouwvoertuigen leverde te vaak onveilige situaties op. Ze horen hem ook vertellen over het ‘uitbeuken’ van de deur van het Groninger provinciehuis, oktober 2019.

Met tien tot vijftien aanhoudingen en evenveel bekeuringen in Wijster was hij achteraf tevreden geweest. Dat er 56 volwassen en zeven kinderen zijn aangehouden lag niet in hun bedoeling. Sowieso had hij liever gezien dat de minderjarigen niet waren aangehouden.

Toen ze in actie wilden komen, waren ze verrast dat de hele groep naar Fikkert ging. Guichelaar benadrukt dat hij met twee agenten had afgestemd dat ze de blokkade zouden opheffen. Maar dat bericht heeft de politiechef nooit bereikt.

Hij erkent dat de politie er in Wijster beslist niet goed in is geslaagd om ‘Covid-regels’ in acht te nemen. Niet voor de agenten zelf en niet voor de demonstranten. Dat is jammer, zegt Veldhuis, maar meer wil hij er niet van maken.

Tientallen arrestanten zullen uiteindelijk zeggen dat op 8 juli in Wijster hun vertrouwen in de overheid definitief verloren is gegaan. Ze vinden het optreden van de politie buitenproportioneel en niet fair, omdat ze voor hun gevoel in alle rust naar Fikkert mochten vertrekken. Komend jaar, bij de Tweede Kamerverkiezingen, stemmen ze rechts van de VVD.

Zwalastino Guichelaar filosofeert al een tijdje hardop ‘met andere mensen’ over de oprichting van een nieuwe boerenpartij, zoals zijn pa ooit deed. Maar eigenlijk zou het niet zo moeten, vindt hij. Waarom luisteren bestaande partijen niet beter naar het verhaal van de boer?

Dinsdag 15 december, vier dagen na de blokkade van het distributiecentrum van Jumbo in Beilen (met tientallen trekkers, geen aanhoudingen), kijkt Henk Fikkert somber voor zich uit. Achter de bar van zijn kleine café zoekt hij naar muziek op YouTube. Wilma zit aan de stamtafel en rookt een sigaret. Ze heeft zich wekenlang leeg gevoeld. Onveilig in haar eigen huis.

Inmiddels is de ergste spanning wel verdwenen, vertelt ze. Maar de dreiging in haar lijf keert terug als ze te lang praat over 8 juli. En nog steeds komt het voor dat ze haar paarden eten wil geven en schrikt en ineens weer die bivakmuts voor zich ziet. ‘Meekomen!’

Henk maakt zich zorgen. Om Wilma, zijn dochters, en om de boeren voor wie hij en zijn mannen werken. De demonstratie van 8 juli blijft onderwerp van gesprek in het kleine café. Vaak met een glimlach. Hij heeft respect voor de mensen ín het politie-uniform, maar niet meer voor het uni

form. Noch voor de overheid. Henk ziet te veel pijn, frustratie en problemen. Hij ziet te weinig perspectief. En boeren praten nou eenmaal niet of weinig over wat hen dwars zit.